Ben je bezopen? is de titel van het boek van cabaretier Fimme Bakker. Hij beschrijft daarin zijn ervaringen met verslaafd raken, herstellen van verslaving en leven met zijn geschiedenis. Het is een persoonlijk verhaal maar veel meer dan een egodocument. Het gaat over cannabis, harddrugs, eenzaamheid, kind zijn van gescheiden ouders, onderdrukken van gevoelens, leugens, manipulatie, een Thaise afkickkliniek en de zorgindustrie. Wat mij betreft mag het boek op de lijst van aanbevolen literatuur voor (aanstaande) ouders, onderwijs- en zorgprofessionals en jongeren. Waarom? Fimme weet in een vlotte, aansprekende stijl een hoop thema’s aan te snijden die een bijdrage kunnen leveren aan preventie en behandeling van verslaving in de breedst mogelijke zin van het woord. Want dat een verslaafde niet enkel de alcoholist onder een brug, de 175 kilo wegende vrouw in een serie op TLC of de coke snuivende workaholic op de Amsterdamse Zuidas is, weten we inmiddels hoop ik wel.
Als dochter van een alcoholverslaafde vader raakte ik in de jaren 80-90 gepokt en gemazeld in het nuchter meelopen in zijn wereld van alcoholverslaving/verslavingszorg. Een groot aantal van Fimmes observaties zijn herkenbaar en van een diepe triestheid maar lijken tegelijkertijd ook mild en gepolijst. Is het nu beter dan in de jaren tachtig of was zijn werkelijkheid nog ruwer dan hij beschrijft? Irrelevante vragen ter waarheidsvinding maar wel interessant om verslavingszorg in historisch perspectief te plaatsen en te optimaliseren.
Zijn verslavingen, de oorzaken en de impact ervan hebben diepe wonden geslagen bij Fimme maar ook bij zijn omgeving, zo is in het boek te lezen. Fimmes woorden, diverse getuigenissen maar ook de epiloog van vader en verslavingsexpert Bram Bakker geven dit aan. De wil van zoon en vader om regie te nemen en eigenaarschap te tonen in hun eigen en gezamenlijke geschiedenis maakt dit boek nog sterker en waardevoller.
Tot slot wil ik niet onvermeld laten dat in het tijdperk van sociale media enige terughoudendheid in het praten over zonen en dochters te overwegen is. Fimmes woorden over zijn vaders ontboezemingen over hem in het publieke domein geven dat klip en klaar aan. Ook dat maakt het boek relevant.
Akke Tick schrijft deze reflectie op persoonlijke titel.